Het verleden door Ben Kombrink
Er is aan mij gevraagd iets te vertellen over de beginjaren van Smash. Dit is voor mij niet zo gemakkelijk omdat herinneringen vervagen maar meer nog omdat mijn werkzaamheden voor badminton meer betrekking hadden op het ontwikkelen van deze sport in het noorden dan exact wat er binnen Smash omging.
Samen met mijn vrouw ben ik begonnen in Drachten, nu ongeveer 43 jaar geleden bij een personeelsvereniging, badminton te spelen. Al heel gauw kwamen we erachter dat een spelletje spelen leuk is maar dat de organisatie erachter wel zo belangrijk is.
Een paar aspecten wil ik hier toch even noemen, b.v. iedereen is gelijk dus geen maatschappelijke rang en standen verschillen, nieuwkomers moeten goed hun weg kunnen vinden, het spelniveau moet zich kunnen ontwikkelen, krachtmeting met anderen van bijna eenzelfde niveau is een must om het spelplezier te behouden.
Net verliezen of winnen geeft het meeste spelplezier. Een pak slaag krijgen is nuttig om de inzet te verhogen en weer beter te willen gaan spelen. Sport is strijd. De strijd aangaan is een uitdaging. Uitdaging moet vernieuwend zijn. Daarvoor is training belangrijk. Anderen ontmoeten waarvan je het niveau niet kent geeft een extra dimensie aan de uitdaging. Kompetitie en toernooien zijn, met name voor de jongeren, de plaatsen om de strijd optimaal te beleven.
Badminton vraagt een hoge concentratie tijdens de beoefening. Badminton is ook een fysiek zware sport. Ze hebben mij vroeger wijs gemaakt dat badminton na waterpolo de zwaarste sport is. Hierover zullen we echter niet twisten. Het betekent echter wel dat de sporter genoeg heeft aan de beleving van de sport zelf en daar al zijn energie in kwijt kan. We spreken dan verder over het klimaat waarin de sport wordt bedreven. Het klimaat wordt zeer sterk bepaald door de organisatie.
Mijn vrouw en ik hebben bijna direct deze twee-eenheid op ons zelf toegepast. Mijn vrouw ging spelen en ik ging me met de organisatorische kant bezig houden.
Om enig begrip voor de situatie te hebben, is een beetje uitleg op zijn plaats. In het noorden speelden twee verenigingen mee is de NBB maar moesten daarvoor vanuit Leeuwarden naar Utrecht of naar Noord-Holland reizen. Het district bestond toen uit: Utrecht, Gelderland, Overijssel en de drie noordelijke provinciën.
Er waren nog wel andere groepen, vaak ook in de vorm van personeelsverenigingen, die een pluimpje sloegen. We zochten contact met deze groepen om op deze wijze ook eens tegen anderen te spelen. We kwamen al heel snel tot de ontdekking dat we er zelf nog geen “pluimpje” van kenden en dus nog veel, heel veel, te leren hadden. Ook ontbrak het aan goede afspraken. Wie speelt tegen wie om redelijke krachtsverhoudingen te waarborgen. Kwam men wel opdagen. Hoe waren de spelregels en wie bewaakte die.
We gingen een competitie opzetten. Ook hier weer een bos aan problemen. Om niet al te veel uit te wijden gelijk de conclusie: we hadden een organisatie, een Bond nodig. De NBB dus. Dat kon niet in deze districtsvorm. We speelden op de avonden. We hadden geen sportaccommodatie op zaterdag, velen werkten trouwens op zaterdag en de zondag was taboe.
Voorwaarde om toe te treden tot de NBB was de vorming van een eigen District. Voorwaarde voor een eigen District was een voldoende aantal verenigingen. De reisafstand op een avond mocht niet te groot zijn. Dit was dan ook weer afhankelijk van de grootte van de sportaccommodatie. De verenigingen (groepen) hadden vaak niet meer dan 1 baan in een gymlokaal. Sporthallen waren er nog bijna niet. Zeker niet voor badminton.
Om het District dus levensvatbaarheid te geven, moesten we flink aan de bak. Bestaande verenigingen er bij betrekken, nieuwe oprichten, vraag naar accommodatie ontwikkelen bij gemeente/provincie. Intern moest er kader komen voor bestuurstaken, wedstrijdbegeleiding, trainers enz.
Contacten met de NBB intensiveren. Hoe draaide de bond als organisatie, wat had deze te bieden, hoe zat een competitiereglement in elkaar, hoe werden toernooien georganiseerd enz.
Binnen twee jaar, een jaar aanloop (verkenning) en daarna een jaar als District Noord in oprichting, hebben we deze klus geklaard. We werden een zelfstandig draaiend District.
In deze beginfase van het District is Smash ontstaan. We kwamen in Hoogeveen wonen door mijn werk en het eerste wat we deden was om ons heen kijken of we hier een vereniging konden oprichten. Coevorden liep reeds en Assen was is ontwikkeling. Emmen en Meppel volgden.
Bij een nieuwe vereniging hoort echter voldoende belangstelling voor een levensvatbaarheid (ook kader) en wat misschien nog wel belangrijker was: betaalbare speelgelegenheid.
Op pad dus en je oor hier en daar te luisteren leggen. Zo kwamen we erachter dat een sporthal in voorbereiding was. Een hal die binnen de schooltijden gebruikt zou gaan worden door het Menso Alting College en voor avonduren en de zaterdag door de gemeentelijke verenigingen.
De hal was er echter nog niet. Om in aanmerking te komen voor deze nieuwe hal zouden we een bestaande vereniging moeten zijn en ook aangesloten zijn bij de NBB. Als de wiede weerga dus een vereniging oprichten. Maar waar te spelen dan?
Wat we vonden was zowaar een hal waar vier banen in konden. Daarmee zou de hal gelijk een van de grootste van het noorden zijn. Hoewel er waren andere grote hallen: de veilinghallen in Leeuwarden, de evenementenhal in Veendam, de korenbeurs in Groningen enz. Alleen onze hal was wat bijzonder. De naam al: varkenshal. Het was een hal waar wekelijks de varkens in werden verhandeld. Dit gaf een paar nadelige kanten: magere verlichting, niet al te vlakke asfaltvloer, een potkachel als verwarming in de winter om niet onder de –10 graden te komen (en badminton is toch een wintersport? – wel eens gespeeld met handschoenen aan, majo’s, trainingspakken enz ?), spanten als dakdragers die 3,5 meter boven de grond zaten (hier hing de verlichting aan), geen lijnen, geen kleedgelegenheid, geen kantine enz. Wellicht ben ik nog wel wat vergeten zoals tochten bij de grote zijdeuren.
Wie praat over enkele nadelen? We zijn er toch gaan spelen. We konden bij vorst best om de ijsplasjes heen, speelden over de spanten (een groot voordeel voor de thuisclub) zodat de shuttle uit het donker bij de tegenstander achter in het vak naar beneden kwam, brachten lijnen aan met linten en spanden deze met elastieken banden naar de buitenkant (niet over struikelen dus) en kleden ons thuis om (de bezoekers in de auto’s waarmee ze kwamen).
Dit is nog maar 40 jaar geleden!
Het duurde nog vier jaar voor de echte hal er stond. De hal aan de zwembadweg. Wat waren we daar gelukkig mee. We kregen de donderdagavond (heeft wel enige overredingskracht gekost) en mochten er vaste lijnen in krijgen (wel een neutraal kleurtje om niet al te veel op te vallen, volleybal en basketbal mochten er geen hinder van hebben). Nu hadden we 6 banen.
We konden groeien en dat deden we. Jeugd kreeg nu onze aandacht. Kader werd ontwikkeld met name op trainings- en wedstrijdgebied.
Het resultaat mag er dan ook best zijn: vanaf het begin heeft Smash een centrale plaats in het noorden ingenomen. De sportbeleving heeft hier altijd zeer hoog in het vaandel gestaan en daarom was er voor iedereen plaats. Recreatie- en wedstrijdsport is al te vaak een dualisme. Smash heeft het door de jaren heen goed kunnen verenigen. Voor de jeugd is er goede opvang en sportontwikkeling mogelijk.
Wat Smash door de jaren heen heeft betekent voor de mensen kunnen ze beter zelf verwoorden. Belangrijker is denk ik dat er hopelijk nog velen komen die badminton een prachtige sport vinden en die dan op een prettige manier binnen Smash hun draai weten te vinden.
Leren uit het verleden en bouwen aan de toekomst is de taak van het kader, zij kunnen dit echter niet klaren zonder de positieve inzet van de leden.
Laten we samen sterk zijn.
Is getekend: Ben Kombrink.
Ben Kombrink is in juli 2010 overleden tijdens zijn vakantie in Zweden aan een hartstilstand. Onder de huidige leden van SMASH zijn er vast nog een heleboel die Ben hebben gekend. Zoals hierboven beschreven was hij een van de oprichters van onze badmintonvereniging en mede daarom de laatste jaren erelid. Ben heeft een grote invloed gehad op het badminton circuit in het noorden, zowel vanuit SMASH als vanuit de Bond. Hij had goed door dat een (badminton)vereniging draait vóór, maar vooral ook dóór haar leden. Onze dankbaarheid gaat uit naar Ben;
Om met Ben’s eigen woorden te spreken: “Laten we samen sterk zijn.”